Inge is 48, leeft alleen en is moeder van drie kinderen. Ze is al jaren thuis en krijgt elke maand 3000 euro.
Geen werk hoeven doen, geen zorgen, geen stress. Dit alles dankzij toeslagen, uitkeringen en een woning met huurkorting. Het gaat haar voor de wind.
Inge zit in de ziektewet. Het begon ooit met rugpijn, toen waren er burn-outklachten, en nu last van “onverklaarbare vermoeidheid”.
Ze zegt echt wel te willen werken, maar vraagt zich af: “Waarom zou ik dat doen? Ik houd nu meer over zonder baan.”
Een baan in de zorg of kinderopvang zou haar net zo’n 2200 euro netto opleveren. Daarbij zou ze ook nog haar toeslagen kwijtraken.
“Dan werk ik 32 uur per week voor minder dan wat ik nu krijg zonder iets te doen. Dat is toch raar?”
Ze zegt dat ze er niet zelf voor heeft gekozen, maar nu ze in deze situatie zit, zou het gek zijn om te veranderen.
Netflix
Inge vindt zichzelf niet lui. Ze doet de was, kijkt Netflix, en haalt de kinderen van school. Maar echt werken? Dat vermijdt ze liever.
“Werken is stress, gezeur, targets, en bazen. Waarom zou ik daar naar op zoek gaan als ik het thuis prima voor elkaar heb?”
Ze vertelt zonder schaamte over haar situatie. “De regels zijn er, en ik maak er gebruik van. Iedereen zou dat doen als het kon.”
De kinderen doen het goed op school, het huis is netjes, en financieel loopt alles soepel. “Ik voel me niet arm of achtergesteld.”
3000 euro
Met haar uitkering, kindgebonden budget, huurtoeslag en zorgtoeslag komt ze maandelijks net onder de 3000 euro uit. Netto.
Als ze een baan zou aannemen, verliest ze veel van deze voordelen. Werken zou dan letterlijk verlies betekenen in haar maandbudget.
“Waarom zou ik zestien uur per week schoonmaken of in een supermarkt werken, als dat me alleen maar geld kost?”
Inge heeft zelfs banen geweigerd omdat ze wist dat ze er financieel op achteruit zou gaan. “Dat noem ik gewoon slim nadenken.”
Soms overweegt ze het toch uit verveling. Maar als ze rekent, kiest ze ervoor het niet te doen.
Af en toe voelt ze een lichte schaamte, vooral als bekenden klagen over hun belasting of werkdruk.
“Toch denk ik dan: jullie hebben zelf die keuze gemaakt. Ik maak ook een keuze, alleen een andere.”
Ze is niet de enige. In haar buurt kent ze meerdere moeders in vergelijkbare situaties. “We zorgen voor elkaar en de kinderen. Is dat niets waard?”
Inge zegt dat het systeem niet misbruikbestendig is, maar ook niet stimulerend. “Ze belonen niet werken letterlijk beter dan wel werken.”
Of ze ooit weer wil werken? “Misschien als het écht moet. Maar nu? Nee. Dat zou gewoon dom zijn.”
Voor haar is het geen moreel probleem, maar een logische keuze. “Als je juist beloond wordt voor nietsdoen, waarom zou je dan in beweging komen?”
Ze zegt dat het aan de politiek is om hier verandering in te brengen. “Tot die tijd doe ik wat voor mij werkt.”
Wat vindt de lezer?
Is Inge iemand die het systeem uitbuit, of is ze juist slim bezig binnen de regels? Moet de overheid hier wat aan doen, of mag ze dit recht gebruiken? Deel jouw mening.