Pagina 2: Antwoord
In Nederland, en vele andere landen, geldt dat voetgangers die op een oversteekplaats oversteken voorrang hebben op het gemotoriseerde verkeer. Echter, als er geen aangegeven oversteekplaats is (zoals vaak het geval kan zijn op onverharde wegen), dan heeft de voetganger géén voorrang.
In het beschreven scenario met de onverharde weg is er geen sprake van een aangegeven oversteekplaats. Dit betekent dat de auto (B) voorrang heeft. De man (A) dient te wachten tot de weg veilig is om over te steken.
Het is echter altijd belangrijk voor bestuurders om waakzaam te zijn en rekening te houden met voetgangers en andere weggebruikers. Hoewel de auto voorrang heeft, is het altijd raadzaam om te vertragen en, indien nodig, te stoppen om ongelukken te voorkomen, vooral op onverharde wegen waar het zicht soms beperkt kan zijn door stof of andere factoren.
Had jij het goed?