Raad het plaatje: Welk oud boekje zie je op deze foto?
Je kijkt naar een vergeeld, vaak opnieuw gekaft boekje met een versleten omslag en misschien wat kinderkrabbels op de voorkant. Binnenin vind je rijen cijfers, sommen, breuken en soms zelfs ouderwetse rekentabellen. Geen illustraties, geen kleurtjes — puur praktisch. Maar waar gebruikte je dit boekje ook alweer voor?

Is het een dagboek? Een kasboek? Of iets dat je in de kerk gebruikte? Nee, dit was hét hulpmiddel van elke basisscholier in de tijd vóór tablets en digitale lesomgevingen. Weet je nog hoe het heette?
Het antwoord: het rekenboekje!
Op de foto zie je een rekenboekje, een klassiek schooldeeltje waarmee generaties leerlingen de basis van het rekenen oefenden.
In zo’n rekenboekje werkte je rijen opdrachten af: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Daarna kwamen breuken, procenten en verhaaltjessommen. Elk hoofdstuk werd stapje voor stapje lastiger, en de pagina’s stonden vol oefenwerk dat je met de hand maakte en dat vervolgens werd nagekeken.
Voor veel kinderen zorgde het rekenboekje voor gezucht (“Hoeveel is 37 x 8 ook alweer?”), maar het hoorde bij het schoolritueel. Haalde je een bladzijde foutloos, dan kreeg je soms een stempel of sticker van de juf of meester — hét bewijs dat je goed bezig was.
Tegenwoordig roepen deze boekjes vooral nostalgie op bij iedereen die is opgegroeid met schoolborden, krijt en schriftjes. Herkende jij dit kleine boekje vol stevige opgaven meteen?



