
Ik ben Jan, 52 jaar, en al heel lang gelukkig getrouwd. Toch is er één onderwerp waar mijn vrouw en ik maar niet op één lijn komen: de boodschappen.
Zodra we samen de supermarkt inlopen, belanden we in twee kampen. Zij kiest automatisch voor de bekende A-merken, terwijl ik juist denk dat je flink kunt besparen met huismerken. Het onderwerp duikt zo vaak op thuis dat het me af en toe echt frustreert.
Het begon toen ik onze uitgaven eens goed doornam. We hebben het prima, maar dat betekent niet dat je geld moet laten weglekken, zeker niet nu alles duurder wordt.
Besparen waar het kan is gewoon slim. In de schappen liggen overal goedkopere alternatieven voor die dure merken die standaard in haar kar belanden. Soms voelt het alsof we extra betalen zonder erbij stil te staan.
Ik snap haar ook hoor. Je groeit op met bepaalde merken en daar bouw je vertrouwen in op. En ja, A-merken zijn soms echt net iets beter van smaak of kwaliteit. Maar moet je dan altijd voor de duurste optie gaan? Voor dingen als pasta, rijst of schoonmaakspul doen huismerken het vaak net zo goed, voor een stuk minder geld.

Huismerken: de discussie bij ons thuis
Op een dag nam ik bewust wat huismerkproducten mee om te proberen. Dat werd niet gewaardeerd. Volgens haar halen die nooit het niveau van A-merken en betaal je nu eenmaal voor kwaliteit. Sindsdien blijft het een terugkerend gesprek.
Toch heb ik sterk het idee dat je bij A-merken vaak vooral betaalt voor naam en verpakking. Marketing laat je geloven dat het altijd beter is — maar is dat wel zo?
Uit vergelijkingen en tests blijkt geregeld dat huismerken net zo goed presteren als de duurdere varianten, soms zelfs beter. Het grootste verschil zit meestal in de prijs, niet in wat er in de verpakking zit.
Mijn vrouw laat zich niet makkelijk overtuigen. Ze vertrouwt bepaalde producten en wil daar niet op bezuinigen. Ik geloof juist dat we zonder in te leveren op comfort of smaak best wat kunnen besparen. Een paar euro per week tikt op jaarbasis lekker aan.
Begrijp me goed: ik wil niet overal op knijpen. Voor sommige dingen blijf ik prima het A-merk kopen, zeker als je het verschil echt merkt. Maar voor alledaagse spullen — melk, brood, eenvoudige huishoudproducten — is het huismerk vaak helemaal prima.
Volgens mij zit ze een beetje vast in het idee dat A-merken automatisch beter zijn, omdat ze dat zo gewend is. Maar tijden veranderen, en met de aanhoudende inflatie is bewust omgaan met je geld gewoon verstandig. Ik ga haar nergens toe dwingen, maar ik hoop wel dat ze openstaat om het eens samen te testen.
Uiteindelijk draait het om slimmer met ons budget omgaan. Het leven is al duur genoeg. Als je met een paar goedkopere alternatieven geld overhoudt, kun je dat besteden aan leuke dingen: een etentje, een dagje weg, een weekendje eruit. Dat maakt het leven net wat relaxter, zonder dat je inlevert op kwaliteit of plezier.
Ik respecteer haar mening — ze wil alleen maar het beste voor ons gezin. Tegelijk denk ik dat we samen manieren kunnen vinden om ons geld efficiënter te gebruiken en misschien wat opzij te zetten voor later.
Waarschijnlijk komen we er met een beetje wederzijds begrip en een compromis. Als zij bereid is een paar huismerken een kans te geven, hou ik voor sommige producten gewoon het A-merk aan. Grote kans dat het kwaliteitsverschil kleiner is dan we denken, en dat we zo een middenweg vinden waar we allebei blij van worden.
Ik blijf hopen dat we onze uitgaven beter in balans krijgen zonder comfort of smaak te verliezen. Misschien verrassen de huismerken haar wel, en sluiten we dit onderwerp eindelijk af door samen bewuste keuzes te maken waar we ons allebei goed bij voelen.



