9. Het broodtrommeltje
Het klassieke broodtrommeltje was een vast element. Oma bewaarde hierin het brood, zodat het de hele week vers bleef.
10. Koekjestrommels
De koekjestrommel stond vaak hoog op de kast. Voor kleinkinderen was het altijd spannend om er een koekje uit te halen.
11. Houten pollepels en spatels
Moderne keukenhulpjes waren er niet, maar oma had altijd een houten lepel die ze voor alles gebruikte.
12. Aardappelschillen
Aardappels werden met de hand geschild. Oma gooide de schillen vaak in de tuin voor compost of voor de dieren.
13. De puddingvorm
Voor desserts gebruikte oma een puddingvorm, vaak in de vorm van een bloem of ster, voor het maken van heerlijke toetjes.
14. De fluitketel
Geen elektrische waterkoker, maar een fluitketel op het fornuis. Wanneer die floot, wist je dat het water klaar was voor de thee.
15. De geur van appeltaart
En ten slotte de geur van versgebakken appeltaart. Oma’s recept was uniek en je kon er nooit genoeg van krijgen.
Dit zijn slechts enkele herinneringen aan oma’s keuken. Ze brengen een heerlijke golf van nostalgie en laten ons even teruggaan naar een tijd waarin alles simpeler en relaxter leek.
