Het Antwoord
De oplossing van deze verkeerskwestie leert ons een wijze les over het beoordelen van verkeerssituaties.
De blauwe wagen zit hier verkeerd. De clou in dit verhaal zit ‘m in het stopteken en wat de rode wagen doet. Ook al gaf de rode wagen aan rechtsaf te willen slaan, hij vervolgde uiteindelijk zijn weg rechtdoor. Dat kan je in de war brengen, maar het verandert de regels op de weg niet.
De blauwe wagen stond voor een stopbord, wat inhoudt dat hij helemaal tot stilstand moet komen en voorrang moet verlenen aan al het overig verkeer. Dit geldt dus ook voor de rode wagen die van links kwam, en ongeacht zijn knipperlicht, rechtdoor ging. De blauwe wagen had moeten wachten tot het helemaal duidelijk was wat de rode wagen ging doen.
Deze verkeersvraag onderstreept hoe belangrijk het is om je altijd aan de basisregels te houden, los van de signalen of acties van andere automobilisten. Het kan op de weg razendsnel anders lopen dan je verwacht en het is essentieel om steeds op je qui-vive te zijn voor de onvoorspelbare manoeuvres van je medeweggebruikers.
