Verrassend: Buurman met uitkering geniet dezelfde levensstandaard als hardwerkende Peter (42)

Peter is een man van in de veertig en zet zich volledig in om zijn gezin te onderhouden. Met werkweken die vaak 50 uur duren, vraagt hij zich regelmatig af waar hij de kracht vandaan haalt. Ondanks zijn inspanningen bekruipt hem een gevoel van onrechtvaardigheid over het systeem. “Ik werk me uit de naad, maar als ik naar mijn buurman kijk, die in de bijstand zit, lijkt hij hetzelfde te kunnen doen als ik,” vertelt Peter. “Hij ging zelfs op vakantie in de herfstvakantie, terwijl ik gewoon moest doorwerken.”

Peter vindt het lastig om zijn frustraties voor zich te houden. “Elke ochtend sta ik vroeg op en zet ik alles op alles om mijn gezin een goed leven te bieden,” legt hij uit. “Maar als ik naast me kijk, lijkt het alsof mijn buurman zich nergens druk over hoeft te maken. Hij koopt altijd nieuwe dingen en gaat vaak op reis. Hoe kan dat, terwijl ik zelf de eindjes aan elkaar moet knopen?”

Het gevoel van ongelijkheid

Peter wil niet zeggen dat hij anderen hun geluk niet gunt. “Ik begrijp dat sommigen echt hulp nodig hebben en dat het systeem is ontworpen om hen te ondersteunen. Maar het voelt oneerlijk als iemand die niet werkt dezelfde voordelen heeft zonder daarvoor te hoeven ploeteren.”

Het werd voor Peter extra duidelijk toen hij zijn buurman zag vertrekken met een volle auto en dakkoffer voor een vakantie. “Eerst dacht ik dat hij misschien gespaard heeft. Maar toen ik hoorde over zijn recente aankopen, vroeg ik me af hoe iemand met een uitkering dat kan betalen.”

Peter is niet de enige die zich zorgen maakt. “Bij gesprekken met vrienden en familie komen dezelfde frustraties naar boven. Ze vragen zich af of het systeem nog wel eerlijk is. Soms lijkt het alsof niet werken meer loont.”

Wat hem echt dwarszit, is de gedachte dat sommigen mogelijk misbruik maken van het systeem. “Ik hoor verhalen over mensen die precies weten hoe ze het systeem kunnen uitbuiten. Of die verhalen waar zijn weet ik niet, maar het blijft knagen.”

Toch probeert Peter begripvol te blijven. “Misschien is mijn buurman gewoon goed met geld of krijgt hij hulp van familie. Dat weet ik niet. Maar het is moeilijk als het lijkt alsof ik keihard werk en hij het rustig aan kan doen.”

Wat Peter het liefst zou zien, is een systeem dat als rechtvaardig wordt ervaren. “Inspanningen moeten lonen. Als mensen het idee krijgen dat hun harde werk weinig waard is, kan dat het vertrouwen in de samenleving schaden.”

Hij vindt niet dat de steun moet verminderen voor mensen die het moeilijk hebben, maar hij verlangt naar een eerlijkere balans. “Iedereen verdient een goed leven, zonder twijfel. Maar het systeem zou zo moeten zijn dat het eerlijk voelt voor iedereen. Het moet de moeite waard zijn om je in te zetten.”