Waarom ik die winkels liever uit beeld houd
Was het maar zo dat je in Google kon aanklikken: laat me alsjeblieft nooit meer Shein of Temu zien als ik op zoek ben naar een glitterjurk. Ik hoef er niets van. Klinkt dramatisch, maar er zit een stevige reden achter. Hoe beter je snapt wat er schuilgaat achter die dumpprijzen, hoe minder je geneigd bent er ook maar een euro aan uit te geven.
De lokroep van belachelijk lage prijzen
Het is bizar hoeveel mensen daar met goedgevulde mandjes afrekenen. Een jurkje voor twee euro, sneakers voor vier — hoe kan dat überhaupt? Het voelt als een mega-deal, maar die korting wordt ergens anders betaald. Niet door jou, maar door anderen. En “goedkoop” blijkt allesbehalve goedkoop als je kijkt naar de echte kosten voor mensen en voor het milieu.
Wie er uiteindelijk voor opdraait
Die bodemprijzen bestaan omdat arbeiders vrijwel niets ontvangen. Denk aan dagen van 18 uur, zeven dagen per week, zonder weekend en met lonen waar je amper van rondkomt. Er zijn verhalen over mensen die T-shirts voor minder dan een euro per stuk maken. Rapporten en onderzoeken beschrijven uitbuiting, onveilige situaties en in sommige gevallen zelfs kinderarbeid. Het is ronduit pijnlijk.
Waar en onder welke omstandigheden het ontstaat
Een groot deel van de kleding van platforms als Shein en Temu komt uit lagelonenlanden zoals China, Bangladesh en Vietnam. Lonen liggen laag, inspecties schieten tekort en de druk om snel en veel te leveren is enorm. Jij betaalt weinig aan de kassa, maar de sociale kosten — en de milieuschade — zijn torenhoog.
De milieurekening: vervuiling als standaard
Die berg aan kleding zorgt voor een berg aan vervuiling. Denk aan giftige kleurstoffen die in rivieren belanden, absurd water- en energieverbruik en microplastics die bij elke wasbeurt vrijkomen. Fast fashion draait om razendsnel nieuwe collecties droppen, en de planeet betaalt voor de afvalstroom en de uitstoot die daarmee komt.
Recyclen? Leuk idee, maar vrijwel onhaalbaar
Het meest confronterende leerde ik uit een video van Lubach: kleding van Shein is praktisch niet te recyclen. Veel items bestaan vooral uit goedkoop polyester en andere synthetische vezels. Dat spul kun je nauwelijks omtoveren tot nieuwe kleding. Het idee dat je die stoffen straks “circulair” maakt, is in de praktijk een illusie. Eenmaal geproduceerd, is de weg naar de vuilstort bijna niet te vermijden.
Ontworpen om snel te slijten
Fast fashion draait om tempo, niet om degelijkheid. Veel stukken verliezen na een paar wasbeurten hun pasvorm, pillen, scheuren of voelen meteen “op” aan. Daardoor belanden ze razendsnel bij het afval. En nee, in de textielbak of naar de kringloop brengen maakt het niet automatisch goed: er is simpelweg te veel, en de kwaliteit is te laag om nog echt te dragen of te verwerken.
Waar al die afdankers terechtkomen
Een fors deel van onze afgedankte kleding komt in landen terecht die al genoeg uitdagingen hebben. In Ghana bijvoorbeeld liggen enorme bergen textielafval. Lokale markten en gemeenschappen worden overspoeld met kleding die vaak nauwelijks is gedragen en vervolgens niet verkoopbaar blijkt. Resultaat: gigantische stapels synthetische troep waar niemand op zit te wachten.
Een vol mandje is geen overwinning
Voelt het alsof je de loterij wint als je voor honderd euro een berg spullen bij Temu, AliExpress of Shein scoort? Bedenk wie de échte rekening betaalt. Achter die lage prijs schuilt een keten van uitbuiting en milieuschade. Dat is niet bepaald iets om warm van te worden — met Kerst niet, en daarbuiten ook niet. Minder kopen is echt beter.
Kies bewust: minder spullen, betere kwaliteit
Het alternatief is simpel, al is het even schakelen: koop minder en ga voor beter. Kies tijdloze items die lang meegaan, laat iets repareren in plaats van weggooien en denk twee keer na voordat je bestelt. Ja, een duurder kledingstuk voel je in je portemonnee, maar uiteindelijk bespaart het je geld, afval en ellende verderop in de keten.