De studie uit het Verenigd Koninkrijk onthulde boeiende informatie over het gezinsgeluk in diverse gezinssamenstellingen. Gezinnen met één zoon en één dochter kwamen op de tweede plaats in de geluksranglijst, terwijl ouders van twee zonen op de derde plek belandden. Aan de andere kant werden gezinnen met vier dochters als minst gelukkig beschouwd.
Om dergelijke inzichten te krijgen, ondervroeg de studie 2.000 ouders van kinderen jonger dan 16 jaar. De ouders die twee dochters hadden, beweerden aanzienlijk gelukkiger te zijn, deels omdat twee meisjes makkelijker met elkaar omgaan, minder vechten en bijdragen aan een prettig huiselijk klimaat. Die bevindingen werden echter omgekeerd bij gezinnen met vier dochters, die de opvoeding van hun kinderen als een enorme druk ervoeren.
Faye Mingo, woordvoerder van het onderzoek, wijst op het wijdverbreide beeld dat meisjes zich beter gedragen dan jongens. Ze stelt dat twee dochtertjes inderdaad vaak weinig problemen opleveren. Het is echter een andere zaak als er meer dochters in het spel zijn; ze kunnen dan moeilijker te hanteren zijn. Wat jongens betreft, verwachtte men dat twee, drie of vier zoons het meest uitdagend zouden zijn vanwege hun dynamische en impulsieve karakters. Echter, het bleek dat ouders van vier dochters het als een grotere uitdaging zagen dan ouders van vier zoons.
Kortom, de resultaten van dit onderzoek zijn fascinerend, hoewel ze altijd met een korreltje zout genomen moeten worden. Het belangrijkste is immers dat ouders hun kinderen liefhebben en waarderen, ongeacht hun geslacht of aantallen.
