Daar sta je dan. Margriet is 66 en ziet tot haar verrassing haar buurvrouw steeds weer haar afval in Margriets kliko dumpen. Toch is het niet echt Margriets stijl om ruzie te maken. Deze toestand sleept al weken voort en telkens wanneer ze haar buurvrouw betrapt, overweegt Margriet om er wat van te zeggen. De angst voor een conflict houdt haar echter tegen; ze wil liever de harmonie in de buurt bewaren.
Het begon allemaal enkele maanden geleden. Margriet, al meer dan dertig jaar woonachtig in een rustige wijk van Leeuwarden, kent iedereen en het is heel gewoon om even een praatje aan te knopen. Marleen, de buur in kwestie, is er een paar jaar geleden komen wonen. Er was meteen een goede band; ze begroetten elkaar altijd vriendelijk. Tot de dag dat Margriet ontdekte dat haar kliko verrassend vol was terwijl dat niet zou moeten. Aanvankelijk dacht ze dat iemand per ongeluk de verkeerde bak had gebruikt. Maar snel daarna, net toen de avond viel, zag ze hoe Marleen met een zak vuilnis naar haar kliko sloop terwijl Margriet uit het raam keek.
Verstijfd stond Margriet achter haar gordijn, niet gelovend wat ze zag. Waarom zou Marleen zoiets doen? Had ze geen plek meer in haar eigen container? In dat moment stond Margriet op het punt om naar buiten te rennen, maar ze hield zich in, bang voor confrontatie.
Haar hele leven al heeft Margriet een hekel aan conflicten. Ruzie is iets wat ze het liefst uit de weg gaat, zeker met buren. De vrees dat Marleen boos kan worden of dat de sfeer in de straat eronder lijdt, houdt haar stil. Toch blijft ze week na week zien hoe Marleen net voor de vuilnisophaling telkens weer een zak in haar kliko gooit. Steeds ontstaat er een knoop in Margriets maag, een sterk gevoel van onrecht dat niet te negeren valt.
Om zichzelf te troosten, probeert Margriet het goed te praten. “Ach, wie maakt zich er druk om,” zegt ze tegen zichzelf. “Misschien heeft ze gewoon wat meer afval deze week.” Maar hoe vaker het voorkomt, hoe meer Margriet zich ermee belast voelt. Haar kliko raakt zo vol dat ze haar eigen vuil nauwelijks kwijt kan. En het voelt niet eerlijk dat zij moet opdraaien voor andermans vuil. Een simpel verzoekje van Marleen had veel kunnen oplossen, maar nu voelt het als een schending van vertrouwen.
De Overpeinzingen
Regelmatig vraagt Margriet zich af of Marleen echt denkt dat ze het niet doorheeft, of dat ze verwacht dat Margriet gewoon niets zal zeggen. Misschien weet Marleen van Margriets afkeer voor confrontaties, en gokt ze gewoon dat Margriet toch niks onderneemt. Terwijl Margriet innerlijk worstelt, blijft ze stil en zwaait Marleen vriendelijk.
Margriets dochter heeft haar aangemoedigd om iets te zeggen. “Je moet voor jezelf opkomen, mam. Laat niet over je heen lopen,” benadrukte ze. Margriet begrijpt wel dat haar dochter gelijk heeft, maar elke keer wanneer ze zich voorneemt om erover te spreken, slaat de angst erin dat het de situatie zal verergeren en haar relatie met de buurvrouw zal bederven.
Ondanks de voortdurende afvalzakken blijft Margriet zwijgen. Ze voelt zich verscheurd tussen de noodzaak om voor zichzelf op te komen en de angst dat een confrontatie de vrede in de buurt zal bederven. Misschien dat ze ooit de moed verzamelt om te praten, maar voor nu kiest ze ervoor om de rust te bewaren, hoe lastig dat ook is.
Wat zou jij doen als je in Margriets positie zat? Zou je het gesprek aangaan, of gesteund worden door stilte? Deel je gedachten hierover op onze Facebook-pagina en praat mee met anderen!