Voor de meeste mensen is de oprit gewoon een handige plek om hun auto te parkeren of voor gasten. Maar voor Kees, op zijn 64e, is de oprit van zijn buren veel meer geworden. Het is nu de vaste plek voor hun grote caravan. En het is niet zo dat ze die alleen in de zomervakantie neerzetten. Nee, die grote caravan staat er continu, het hele jaar door. Voor Kees, die er elke dag tegenaan kijkt vanuit zijn huis, is het behoorlijk vervelend geworden.
Toen de caravan eerst opdook, dacht Kees dat het wel tijdelijk zou zijn. Misschien hadden de buren even niets anders of zou de caravan snel verplaatst worden. Maar weken werden al snel maanden. Nu, bijna een jaar verder, lijkt de caravan een permanent onderdeel van de straat te zijn. “Elke keer als ik mijn oprit op loop, staar ik naar die caravan,” verzucht Kees. “Hij blokkeert mijn uitzicht volledig en bederft echt de uitstraling van de hele buurt.”
Kees heeft geprobeerd het met zijn buren te bespreken. Hij vroeg beleefd of ze plannen hadden om de caravan ergens anders te stallen. Maar hun reactie viel tegen: “We willen de caravan niet steeds moeten verslepen. Dit is veel praktischer.” Kees wist niet goed wat hij daarop moest zeggen. Hij snapt dat een caravan groot is en lastig te verplaatsen, maar moet het daarom echt het hele jaar in zicht blijven staan?
Het probleem is niet alleen het uitzicht; het neemt ook veel ruimte in beslag en geeft een benauwd gevoel in de straat. De oprit van de buren ligt precies naast de zijmuur van zijn huis, waardoor hij vanuit zijn woonkamer en keuken steeds de caravan ziet. Voor Kees voelt het alsof hij naar een betonnen muur kijkt in plaats van naar een open straat. Hij vindt dat opritten bedoeld zijn voor korte tijd en niet als een permanente parkeerplaats voor zulke grote objecten.
Hij denkt nu na over zijn volgende stappen. Hij heeft al gekeken of er buurtregels of gemeentelijke voorschriften zijn over langdurig parkeren van caravans in woonwijken. Hij vraagt zich af of hij opnieuw met zijn buren moet praten en vriendelijk kan vragen of er een andere oplossing is te vinden. Maar hij voelt zich klem zitten: hij wil geen ruzie met zijn buren, maar jarenlang tegen die caravan aankijken, bezorgt hem kopzorgen.
Kees’ Dilemma
Hoewel hij snapt dat mensen hun caravan graag dichtbij willen hebben en dat stallen vaak duur en lastig is, vindt hij dat het straatbeeld er voor iedereen aantrekkelijk uit moet zien. Voor hem draait het om wederzijds begrip en hij vraagt zich af waarom zijn buren dat niet lijken te zien. Moet hij het toch weer bespreken, of is het tijd om zijn zorgen bij de gemeente neer te leggen?
Wat denk jij? Is Kees terecht in zijn frustratie over de caravan, of hoort dit nu eenmaal bij het leven in een woonwijk? Heb je tips voor hem hoe hij dit kan aanpakken? Laat hieronder je mening weten; Kees kan wat raad gebruiken.