Jaap (53) fileert het noodpakket: waarom 70 euro contant je in een crisis niet helpt

De overheid raadt mensen aan om per volwassene zeventig euro contant in het noodpakket te doen. Jaap noemt dat het vreemdste idee dat hij in tijden heeft gehoord. Hij vindt het zelfs wrang dat er wordt geloofd dat briefjes je uit de brand helpen als alles overhoop ligt.

Hij snapt wel dat het bedoeld is om gerust te stellen, maar volgens hem werkt het juist tegen je. Het wekt een schijnveiligheid, zegt hij. Dat je serieus denkt dat cash het doet zonder de hele infrastructuur eromheen, vindt hij onbegrijpelijk.

Er wordt gesproken over de eerste 72 uur na een ramp, maar juist die fase is volgens Jaap het meest onbeheersbaar. Niemand staat dan te rekenen met kleingeld. Je bent bezig met blijven leven, water regelen en een veilige plek vinden, midden in pure onzekerheid.

Geld stelt dan weinig voor

Jaap wijst erop dat zonder stroom de winkels dicht blijven. Pinautomaten en kassa’s doen niets. Koelcellen warmen op. Vervoer komt tot stilstand. Wie heeft er dan wat aan bankbiljetten, sneert hij. Volgens hem is de overheid totaal losgezongen van de werkelijkheid.

Voor hem is het simpel: als basisvoorzieningen uitvallen, is geld weinig waard. Niemand geeft een brood voor een tientje als de honger knarst. Dan gaat het niet om de cijfertjes op papier, maar om wat je meteen kunt inzetten om te overleven.

Denken dat het vertrouwen in geld overeind blijft terwijl systemen omvallen, noemt hij kinderlijk. Geld werkt alleen zolang anderen het willen aannemen. In een crisis trekt niemand zijn voorraadkast open voor papieren beloftes die nu niets opleveren.

Ruilspullen met werkelijke waarde

Zodra de paniek toeslaat, worden ruilspullen volgens Jaap cruciaal. Dingen als sigaretten, sterke drank en energierepen doen het dan goed. Hij verwacht dat mensen net zo lief zeep, lucifers, lampolie of warme handschoenen ruilen als het echt spannend wordt.

Zulke spullen hebben direct nut en krijgen daardoor vanzelf waarde, zegt hij. Ze leveren warmte, calorieën of licht: precies wat je nodig hebt om door te gaan. Papier stiller geen honger, beschermt je niet en doet praktisch niets, stelt hij.

Het stuk over werkende bankapps schiet hem extra in het verkeerde keelgat. Zonder stroom opent niemand een app, zegt hij. Dat is pure tech-tunnelvisie. Voor hem is het hét bewijs dat beleidsmakers nul ervaring hebben met echte ontwrichting.

Volgens Jaap: pure symboolpolitiek

Volgens hem is het hele geldadvies niet meer dan symboolpolitiek. Het oogt netjes en controleerbaar, maar het is schijn. Burgers worden zo een sprookje in gepraat waarin rampen keurig verlopen, terwijl echte crises juist rommelig en grillig zijn.

Hoe langer hij erover maalt, hoe harder zijn oordeel. Voor Jaap weegt een stapel euro’s in een envelop lang niet op tegen bliksoep, zaklampen, multitools of waterfilters. Dat die simpele logica wordt weggewuifd, noemt hij opzet.

Hij denkt aan verhalen van oorlogsgeneraties die juwelen omruilden voor brood of schoenen. De geschiedenis laat zien dat waarde in nood compleet verschuift, zegt hij. Maar volgens hem durft de moderne maatschappij dat niet onder ogen te zien, uit angst voor ongemak.

Wat hij zelf in z’n noodtas stopt

Jaap vindt dat mensen eerlijker voorgelicht moeten worden. Zeg gewoon dat contant geld hooguit een bijzaak is, zegt hij. Durf te erkennen dat fysieke middelen in een ramp de enige echte zekerheid geven.

Sterker nog, ruilwaar vormt volgens hem de ramp-economie van morgen. Dat is menselijk gedrag in een notendop, vindt hij. Wie dat ontkent, snapt weinig van hoe sterk de drang om te overleven is. Zijn kritiek wordt gaandeweg meedogenlozer.

Daarom stopt hij heel andere dingen in zijn tas. Lucifers, soep in blik, sterke alcohol, energierepen en dikke sokken liggen klaar. Hij noemt het zijn “noodgeld in spullen”. En hij vindt dat je zelf moet nadenken in plaats van klakkeloos richtlijnen te volgen.

Voor Jaap laat dit geldadvies vooral zien hoe groot de kloof is tussen beleid en de werkelijkheid. Ambtenaren zitten volgens hem veilig achter een bureau. Hun tips zijn te veel op orde en schema’s gericht, terwijl nood juist chaos is en om improvisatie vraagt.

Jouw keuze

Jaap wil dat we nuchterder worden. Eerlijkheid weegt volgens hem zwaarder dan sussende praatjes. Praat over echte risico’s, niet over papieren symbolen, zegt hij. Zijn toon blijft scherp en strijdlustig.

Nu ben jij aan zet. Vind je Jaaps standpunt te ver gaan, of prikt hij juist door een pijnlijke waarheid heen waar overheid en burgers van wegkijken? En welke spullen hebben volgens jou echt waarde in de eerste dagen na een calamiteit?