Op steeds meer snelwegen gaat de maximumsnelheid omhoog
De afgelopen jaren zie je in het verkeersbeleid van allerlei landen een opvallende trend: op steeds meer snelwegen mag je harder rijden. Waar de ene regering juist inzet op lagere snelheden om milieu- en uitstootdoelen te halen, kiest een andere ervoor om de limieten te verruimen. Dat roept vragen op. Waarom zou je de maximumsnelheid optrekken, en wat levert dat wel of niet op?
Waarom worden limieten verhoogd?
Een veelgehoorde reden is dat het verkeer soepeler doorloopt als je hogere snelheden toelaat, zolang de weg daar ook op is ontworpen. Op lange, overzichtelijke trajecten met weinig verkeer kunnen hogere limieten ervoor zorgen dat je minder vaak op elkaar hoeft te wachten en ritten gelijkmatiger verlopen.
Ook het economische plaatje speelt mee. Kortere reistijden zijn prettig voor jou als forens, maar vooral de transportsector profiteert van tijdwinst. Minder uren op de weg drukken direct de kosten, en op grote schaal merk je dat in de hele logistieke keten.
Daarnaast zijn auto’s en wegen een stuk veiliger dan pakweg twintig jaar geleden. Denk aan rijhulpsystemen, betere weginrichting en strengere normen. Overheden halen die verbeteringen graag aan als ze pleiten voor een tandje harder, al betekent technologische vooruitgang niet dat alle risico’s verdwijnen.
Tot slot gaat het om draagvlak. Bestuurders raken gefrustreerd als het gevoel leeft dat de infrastructuur meer aankan dan de borden toestaan. Door de limiet te verhogen of adviessnelheden realistischer te maken, hopen sommige landen dat je je juist beter aan de regels houdt.
Waar kun je al harder rijden?
Duitsland is het bekendste voorbeeld. Op grote stukken van de Autobahn geldt geen vaste maximumsnelheid. Milieuorganisaties pleiten geregeld voor één uniforme limiet, maar politiek ligt dat gevoelig. In sommige deelstaten wordt zelfs geëxperimenteerd met hogere adviessnelheden om de doorstroming te verbeteren.
In Italië is op geselecteerde snelwegdelen 150 km/u getest. Dat gaat om trajecten met meerdere rijstroken, goed zicht en moderne infrastructuur. Niet overal, maar alleen waar de omstandigheden het toelaten.
Polen heeft op bepaalde snelwegen de limiet opgetrokken van 130 naar 140 km/u. Het doel is reistijden tussen grote steden verkorten en het netwerk aantrekkelijker maken voor zowel personen- als vrachtverkeer.
In de Verenigde Staten lopen limieten sterk uiteen per staat. In Texas en Utah zijn er wegen waar 85 mph (ongeveer 137 km/u) is toegestaan. Het argument: uitgestrekte, dunbevolkte gebieden met weinig verkeer zouden hogere snelheden verantwoord kunnen faciliteren.
Het Verenigd Koninkrijk blijft bij 70 mph (circa 112 km/u), maar de discussie over 80 mph (ongeveer 129 km/u) duikt regelmatig op. Als er al iets omhoog zou gaan, dan vooral op brede, overzichtelijke snelwegen met hoge veiligheidsstandaarden.
Plus- en minpunten
Voor veel automobilisten klinkt sneller rijden aantrekkelijk: je bent eerder op je bestemming en het voelt minder sloom. Als de snelheden van het verkeer beter op elkaar aansluiten, kan dat bovendien zorgen voor gelijkmatigere doorstroming en soms zelfs minder filevorming.
Daar staat tegenover dat hogere snelheden bijna altijd meer brandstof kosten. Dat merk je aan de pomp en het zorgt voor extra CO2-uitstoot. Voor landen met ambitieuze klimaatdoelen is dat een lastig punt. Ook zijn ongevallen op hogere snelheid vaak ernstiger, zelfs met veiligere auto’s. En vergeet de geluidsoverlast niet: hoe sneller er wordt gereden, hoe meer herrie langs de snelwegen.
Wat houdt dit in voor Nederland?
In Nederland ging de snelheidslimiet juist omlaag: sinds 2020 rij je overdag maximaal 100 km/u, vooral om de stikstofuitstoot te beperken. Dat besluit blijft onderwerp van stevige discussies, zeker onder automobilisten die graag terug zouden willen naar 130 km/u buiten de spits, zoals eerder kon.
Met de internationale trend in het achterhoofd is de vraag logisch: schuift Nederland ooit weer richting hogere limieten? Zolang CO2-reductie en milieubeleid prioriteit houden in Den Haag, lijkt zo’n ommezwaai niet waarschijnlijk. Toch blijft het debat leven, mede doordat buurlanden andere accenten leggen in hun verkeersbeleid.
Uiteindelijk draait het om de balans tussen tempo, veiligheid, leefbaarheid en klimaat. Hoe die weegschaal uitvalt, verschilt per land en per politieke windrichting. Wat vind jij: is het tijd om in Nederland weer wat sneller te mogen rijden, of houden we de voet beter licht op het gaspedaal?