Elektrische bussen stranden massaal: dit is waarom het OV teruggrijpt op diesel

Elektrische bussen blijven achter bij de ambitie

Elektrische bussen moesten het ov schoner en stiller maken. Op papier klinkt het top: minder uitstoot, minder lawaai en schonere lucht. In het echt loop je vast. Laders doen het niet altijd, het stroomnet kan de pieken niet aan en accu’s presteren minder dan beloofd. Daardoor schakelen vervoerders, met flinke tegenzin, weer terug naar diesel. Precies wat je níet wilt als je het ov wilt vergroenen.

Laadinfra en stroomnet vormen de bottleneck

Je hebt een solide laadinfrastructuur nodig, maar juist daar gaat het mis. In meerdere steden verzakken wegen licht, waardoor pantografen – die laadarmen op het dak – niet goed contact maken. Gevolg: bussen laden half of helemaal niet en vallen eerder uit. Daarbovenop komt netcongestie: het elektriciteitsnet raakt vol en laadpalen moeten soms uit of leveren maar een mager vermogen. Dat speelt niet alleen hier, maar ook in andere landen die versneld elektrificeren. Zonder stabiele laadcapaciteit kun je simpelweg geen betrouwbare dienstregeling rijden.

Leveringen lopen spaak en techniek hapert

Alsof gedoe met laden nog niet genoeg is, kun je nauwelijks aan nieuwe e-bussen komen. Fabrikanten kampen met productieproblemen en sommige zijn zelfs omgevallen. Bestelde voertuigen verschijnen maanden tot meer dan een jaar later. Daardoor rij je langer door met oude diesels. En wat wél geleverd is, blijkt niet altijd bedrijfszeker. Vooral in de winter keldert de actieradius: kou knijpt de accu’s, waardoor je vaker aan de paal moet en ritten soms halverwege stranden. Dat drijft de kosten op en frustreert zowel reizigers als chauffeurs.

Diesel keert zichtbaar terug op de weg

Door het stapelen van technische en logistieke hobbels zie je dieselbussen weer vaker opduiken. In Friesland rijdt Qbuzz nu met slechts 12 elektrische bussen tegenover 228 diesels, simpelweg omdat het net de vraag niet trekt. Zuid-Holland loopt ook vast: leveringen van Iveco vertragen en na het faillissement van Van Hool moeten oude diesels opnieuw de weg op. In Flevoland maken sommige bussen eerst een lus via Lelystad Airport om te laden voordat de dienst überhaupt begint. Dat kost tijd, geld en zorgt voor extra uitstoot.

Bij Arriva is het niet anders. In Roosendaal verwacht men in december opnieuw diesel in te zetten omdat de laadinfrastructuur nog niet op orde is. Het zijn geen losse incidenten meer, maar signalen van een structureel probleem dat het hele ov raakt.

Reiziger betaalt de prijs

Je merkt het meteen: uitgevallen ritten, langere wachttijden en afgeschaalde dienstregelingen. Terwijl het beleid juist mikt op aantrekkelijk, betrouwbaar en duurzaam ov dat je uit de auto krijgt. Zolang laders kuren hebben en de instroom van nieuwe e-bussen stokt, blijft diesel een noodzakelijk kwaad. Dat doet de financiën van vervoerders pijn en stelt reizigers teleur die rekenen op een modern en groener netwerk.

Kou legt ook in het buitenland zwakke plekken bloot

Nederland is niet de enige die tegen grenzen aanloopt. In Scandinavië is de uitdaging nog groter door strenge winters. In Oslo werden vorig jaar honderden lijnen uit dienst gehaald omdat accu’s de kou niet trokken; de paar bussen die wel reden, haalden maar een fractie van hun normale bereik. In het Zweedse Gävleborg verdwenen recent nog zo’n twintig ritten per dag omdat de elektrische vloot bij winterweer simpelweg niet functioneert.

Wat moet er nu gebeuren?

Allereerst moet de capaciteit van het stroomnet omhoog, met versneld uitbreiden op locaties waar veel wordt geladen. Daarnaast zijn robuustere accu’s nodig die ook bij lage temperaturen presteren; meer testen in extreme omstandigheden en gerichte innovatie zijn cruciaal. Fabrikanten moeten productie en uitlevering opschalen, zodat vervoerders niet vast blijven zitten aan oude dieselreserves. Tot slot helpt flexibeler beleid: geef concessieverleners en gemeenten ruimte om tijdelijk slim te schakelen zonder de betrouwbaarheid te raken of onnodige extra uitstoot te veroorzaken.

Vooruitblik: goed plan, lange adem

De ambitie is sterk, maar de volledige elektrificatie van het busvervoer vraagt meer tijd, techniek en infrastructuur dan gedacht. Tot die basis staat, blijf je – hoe onwenselijk ook – af en toe op diesel terugvallen om het ov draaiende te houden. De vraag is: hoe snel krijgen we het systeem zó op niveau dat je het hele jaar door kunt rekenen op een schone, stille en stabiele bus? Alleen met tempo in de oplossingen maken we die belofte waar.