Vijf jaar geleden kwam ik Tom tegen en begonnen we iets moois. Vanaf het begin voelde het gewoon goed. Hij was niet alleen charmant en zorgzaam, maar leek ook een unieke kijk op mij te hebben die ik nog nooit had meegemaakt. Onze relatie was stabiel en we deelden openhartig onze dromen en plannen. Toch hing er altijd een thema als een schaduw over onze dialogen: trouwen.
Een huwelijk stond niet bovenaan mijn wensenlijst. Het idee van een grote plechtigheid, een witte jurk, en die traditionele ringen voelde altijd vreemd aan. Ik geloofde niet dat een juridisch document onze liefde zou versterken of bevestigen. Wat we samen hadden, was voor mij genoeg. We leefden samen en ik voelde me compleet met Tom. Hij dacht daar echter anders over.
Tom zag een huwelijk als iets wat hij heel graag wilde. Voor hem was het dé manier om onze liefde officieel te maken en een teken van stabiliteit. In het begin dacht ik dat we middenin konden vinden en dat hij zou beseffen dat een huwelijk niet nodig was voor een betekenisvolle relatie. Maar na verloop van tijd vroeg hij steeds vaker: “Wanneer stappen we in het huwelijksbootje?”
Ik heb altijd eerlijk tegen hem gezegd dat trouwen niet op mijn verlanglijstje stond. Mijn liefde voor hem was oprecht en ik verlangde naar een toekomst samen, zonder de druk van een officiële trouwdag. Op een dag sloeg de sfeer om tijdens zo’n gesprek. Hij was duidelijk gefrustreerd en zei heel direct: “Als je niet met me wil trouwen, weet ik niet hoe we verder moeten.”
Verken verder op de volgende pagina