Carla wacht al drie jaar op een huis: ‘Eritrees gezin met 12 kinderen krijgt direct woningen’

Drie jaar, dat is hoe lang Carla, een alleenstaande moeder van drie kinderen, al wacht op een sociale huurwoning. Gedurende deze lange, uitputtende periode vervliegt haar hoop op een vaste en veilige plek om te wonen. Steeds opnieuw moet zij haar spullen pakken en verhuizen. Dat varieert van logeren bij vrienden tot wonen in een caravan, zonder dat er een einde aan lijkt te komen.

En dan, van het ene op het andere moment, krijgt een gezin uit Eritrea, met twaalf kinderen, binnen de kortste keren niet één, maar twee huizen toegewezen! Carla, die al in de wachtrij staat, voelt zich verraden door een systeem dat andere prioriteiten hanteert. Het roept de vraag bij haar op: wat gebeurt er eigenlijk met ons land?

Er worden allerlei smoesjes gebruikt, van urgentieregels tot juridische verplichtingen. Maar hoe kan het dat mensen die hier hun leven opbouwen en bijdragen leveren, als vanzelf worden voorbijgestreefd? Carla’s situatie is kenmerkend voor een dieperliggend probleem in ons beleid. Waarom lijkt het opvangsysteem te excelleren als er grensoverschrijdende situaties zijn, maar faalt het zodra het om nood binnen het eigen land gaat?

Voor velen voelt dit als een dolk in de rug. Alsof je mond gesnoerd wordt in je eigen land en jouw problemen ineens minder belangrijk zijn dan die van anderen, alleen omdat je hier geboren bent. Welke boodschap geven we hiermee af aan degenen die dagelijks hun best doen om te overleven in een land waar ze altijd trots op zijn geweest?

Natuurlijk, een gezin met twaalf kinderen heeft hulp nodig, maar wat zegt dit over ons als maatschappij als we onze eigen mensen achterwege laten? Moet Carla werkelijk blijven rondzwerven van de ene tijdelijke verblijfplaats naar de andere, iedere ochtend opstaan in haar gemeenschap, wachtend op een wonder?

Het is tijd om deze discussie te voeren. Onze prioriteiten moeten herzien worden. De moeilijkheden op de huizenmarkt mogen hierin geen excuus zijn. De vraag die we ons moeten stellen is: zijn we bereid onze eigen mensen achter te laten, zodat we naar buiten toe een mooi plaatje kunnen ophouden? Of zijn er misschien alternatieve benaderingen die eerlijkheid naar alle betrokkenen kunnen brengen?

Als de overheid snel twee huizen kan regelen voor een groot gezin, moeten we ons afvragen waarom er in drie jaar niet een oplossing voor Carla bedacht kon worden. Moet er niet kritischer naar onze woonprioriteiten gekeken worden?

Hoe zou jij reageren als je in Carla’s situatie zat? Vind je dat de huidige verdeling van woningen eerlijk is, of zou je andere keuzes hebben gemaakt? We zijn benieuwd naar jouw gedachten en eventuele constructieve oplossingen die zowel migranten als de autochtone bevolking ten goede komen.