Heftige burenruzie om barbecue: mag Bart (41) nog wel grillen in zijn eigen tuin?

Barbecue in de tuin: het gesteggel tussen Bart en zijn buurvrouw

Bart is 52 en woont in een stille buitenwijk in Nederland. Die achtertuin van hem is zijn domein, de plek waar hij zijn hoofd leegmaakt. Vraag je hem waar hij het liefst tijd aan spendeert, dan is het antwoord niet spannend: barbecue aan, iets lekkers erop en gaan.

Maakt niet uit of het 30 graden is of de eerste voorjaarszon net doorkomt: als Bart een kans ziet, gaat het vuur aan. Alleen… die passie wordt niet overal gedeeld. Zijn buurvrouw, al jaren zijn directe buur, laat geregeld weten dat rook en geur haar storen.

Waarom Bart zijn barbecue niet kan missen

Voor Bart is barbecueën geen ‘gewoon eten maken’, maar een vast ritueel. Het start al vroeg, als hij in de winkel staat en de geur van braadworst en kip zijn neus in kruipt. Dan weet je: dit wordt zo’n dag die goed voelt.

Half werk kent hij niet. Het perfecte stuk vlees, een marinade die precies goed is, temperatuur strak in de hand — het moet allemaal kloppen. Het gaat hem net zo goed om het samen zijn als om wat er op het bord ligt. Biertje open, vrienden erbij, tijd uit het oog verliezen in zijn eigen achtertuin: dáár doet hij het voor.

De buurvrouw is klaar met rook en geurtjes

Zijn buurvrouw is van een heel ander slag. Aardig en kalm, graag met haar handen in de aarde, en dol op stilte. Voor haar zijn die rookwolken en vleesaroma’s geen gezelligheid, maar gewoon overlast. Ze zegt dat de rook soms haar woning binnenwaait en dat de geur overal in de tuinen blijft hangen.

Ze heeft Bart meer dan eens gevraagd of het wat minder kan. Laatst stelde ze zelfs tijdvakken voor waarin hij zou mogen grillen. Bart vindt dat overdreven. Zijn redenering: het is zijn tuin, zijn veilige haven. Waarom zou je je hele routine omgooien voor één buur?

Twee leefstijlen die botsen

Dit zie je in meer straten: wat de één ervaart als vrijheid en gezelligheid, is voor de ander simpelweg hinder. Bart houdt van leven in de brouwerij en buiten zijn, terwijl de buurvrouw juist hecht aan stilte en vaste ritmes. Allebei een punt, maar zodra de briketten gloeien knettert het tussen die twee werelden.

Bart zegt heus te snappen dat zij er anders in zit, maar hij gaat er zijn hele doen en laten niet op afstemmen. Als hij met vrienden buiten zit en de grill staat te loeien, is hij niet bezig met mogelijke klachten. Dan wil je gewoon in het moment hangen.

Wat de andere buren merken

De rest van de straat krijgt het ook mee. Je ruikt het meteen als Bart zijn kolen weer aan heeft. Hij zegt dat meerdere buren het juist leuk vinden: de een helpt even met snijden, de ander pakt een drankje mee. Het zorgt voor praatjes over de schutting en een relaxte sfeer.

Toch blijft er één vaste noot: de buurvrouw die blijft aangeven dat ze hinder ervaart. Bart kan daar maar moeilijk bij. Ieder mens ontspant op zijn eigen manier, denkt hij. Waarom zou hij de zijne inleveren?

Zoeken naar een compromis (dat maar niet lukt)

Bart zegt echt wel te hebben meegedacht. Hij opperde bijvoorbeeld om soms op rustiger momenten te grillen. Maar hij ziet het niet zitten om elke spontane ingeving te verruilen voor lijstjes en afspraken. Barbecueën doe je als je er zin in hebt, niet uitsluitend als het ergens in een schema past.

Daar wringt het: de drang om vrij te doen waar je blij van wordt tegenover iemands behoefte aan stilte. En zolang niemand een stap terug wil doen, blijft het schuren.

Waar staan ze nu?

Voorlopig is Bart niet van plan de kolen te laten afkoelen. “Ik wil gewoon in mijn eigen tuin kunnen grillen, net als altijd,” zegt hij. Zo komt hij tot rust en voelt hij zich thuis. Dat levert hij niet zomaar in, ook niet als de buurvrouw blijft mopperen.

Hoe dit afloopt, kan niemand voorspellen. Misschien vinden ze ooit een regeling waar ze allebei mee kunnen leven, misschien ook niet. Voor nu is zijn boodschap glashelder: zijn tuin, zijn grill, zijn spelregels — of de buurvrouw daar nu blij mee is of niet.