Zelfs op mijn 80ste nog ID tonen voor sigaretten? De regels en boetes die winkels niet kunnen negeren

Ik ben Marian, 80, en ik blaas al langer rook dan de meeste caissières oud zijn. Een halve eeuw inmiddels. Bij mijn eerste kop koffie gaat er steevast eentje aan, en stoppen staat niet op de planning. En toch moet ik tegenwoordig, met zilver haar en rimpels tot ver onder mijn hals, mijn ID overhandigen als ik een pakje sigaretten wil afrekenen. Alsof ik nog moet aantonen dat ik geen achttien meer ben. Dit land is het spoor bijster.

Het is toch te gek voor woorden dat iemand van tachtig op leeftijd wordt gecontroleerd? Als ik mijn portemonnee openklap trillen mijn vingers, niet van angst of ouderdom, maar van pure irritatie. De jongen achter de kassa is amper twintig en kijkt me aan met zo’n plichtmatig medelijden. “Sorry mevrouw, regels van de overheid,” mompelt hij dan. Alsof dat alles goedpraat. Alsof ik na acht decennia nog moet buigen voor een regeltje dat overduidelijk niet voor mij bedoeld is.

Dit land verzuipt in regeltjes. We gelden niet meer als mensen met gezond verstand, maar als rondlopende risico’s die elk moment kunnen ontsporen. Alles moet worden vastgelegd, gecontroleerd, geregistreerd en geverifieerd. Vertrouwen is verdwenen; zelfs een oudje dat haar hele leven belasting betaalde krijgt geen krediet. Ik heb oorlogstijd gekend, kinderen grootgebracht, generaties zien komen en gaan, en nu moet ik mijn legitimatie tonen voor een pakje peuken van twaalf euro. Schaamteloos.

Volgens hen is het “voor de duidelijkheid”. Voor de “controleerbaarheid”. En ja, het personeel kan een boete krijgen als er zonder legitimatie wordt verkocht. Maar waar is de logica gebleven? Als je niet ziet dat ik tachtig ben, is er iets mis met je blik, niet met mijn papieren. Dit beschermt niemand; het is vernederend. Een systeem dat gezond verstand uitschakelt.

Vroeger, toen ik jong was, bestond er nog zoiets als redelijkheid. De bakker kende je, de buurvrouw hield een oogje in het zeil, en de overheid bleef op afstand. Nu beslist een scanner wat ik wel of niet mag kopen. Regels zijn prima, maar alleen als ze iets toevoegen. Dit is bureaucratisch toneel: iedereen speelt mee, terwijl het vertrouwen verdampt.

Soms lijkt het alsof Nederland verslaafd is aan regels. Er zijn voorschriften voor afval scheiden, kinderen opvoeden, bijna voor ademhalen. En nu zelfs voor hoe een oude vrouw een pakje sigaretten koopt. Niemand zegt nog: “Doe even normaal.” Iedereen verschuilt zich achter protocollen. We zijn een volk van bange afvinkers geworden, in plaats van nuchtere mensen met boerenverstand.

Ik weet heus wel dat roken ongezond is. Dat hoef je me niet te verkondigen. Ik heb het duizend keer gehoord, en toch steek ik er eentje op. Vrijheid betekent ook dat je domme keuzes mag maken. Alleen wordt die vrijheid langzaam afgeknepen, ingepakt in regels en verstikt door beleid. Alles wat menselijk is, wordt vastgesnoerd door een wet of formulier.

Ik mis de tijd dat volwassenheid nog iets voorstelde. Dat ouderdom respect opriep in plaats van argwaan. Dat een kassamedewerker kon glimlachen en zeggen: “Kom nou, ik zie heus wel dat u de tachtig gepasseerd bent.” Nu moet diezelfde knul mijn ID scannen alsof ik verdacht ben. Dit land is de weg kwijt.

Dus ja, ik schuif mijn legitimatie naar voren. Niet uit respect, maar met cynisme. Doe ik het niet, dan krijgt dat kind achter de kassa een bekeuring, en ik wil zijn dag niet verzieken. Maar elke keer dat dat plastic kaartje tevoorschijn komt, sterft er iets kleins in mij. Een stukje waardigheid. Een stukje Nederland dat ooit normaal deed.

En jij?
Vind jij dat regels heilig zijn, zelfs als ze nergens op slaan? Of hoor je bij mijn kamp en zie je hoe we ons land opsluiten in papierwerk en protocollen zonder gezond verstand? Misschien ervaar je het pas als je zelf tachtig bent en je legitimatie moet tonen voor een pakje sigaretten. Als het zover is, veel succes.