Suusje, een vrouw van 68 uit Nijmegen, is van mening dat het verplicht zou moeten zijn voor kinderen om hun grootouders minstens één keer per maand op te zoeken. Misschien klinkt dat een beetje gedateerd, maar voor haar is het niet alleen om gezelschap te doen. Ze maakt zich zorgen dat familiebanden, naar haar idee, in de moderne tijd verwateren. Het lijkt wel of jongere generaties niet meer beseffen hoe kostbaar een eenvoudig bezoekje aan opa en oma kan zijn.
Suusje heeft heel haar leven in Nijmegen doorgebracht en daar een hechte familiekring opgebouwd. Haar kinderen hebben inmiddels hun eigen gezinnen en drukke agenda’s. Ze begrijpt dat tijd soms schaars is, maar toch voelt Suusje zich af en toe eenzaam. Hun bezoekjes zijn schaars en vaak gepland rond speciale momenten zoals feestdagen. Spontane bezoekjes lijken verleden tijd.
In het verleden was het normaal om je ouders en grootouders vaak te zien. Het was een manier om respect en genegenheid te tonen. Suusje herinnert zich nog goed hoe ze als kind elke zondag bij haar grootouders langs ging en de warme herinneringen die dat met zich meebracht. Ze wenst dat haar kleinkinderen een soortgelijke connectie zouden vinden en beseffen dat familie er altijd is, niet alleen op speciale gelegenheden.
Ze vraagt niet om lange bezoeken; een kop koffie drinken of samen een korte wandeling in het park maken zou al genoeg zijn. Op zulke momenten voelt ze zich weer betrokken bij hun leven. Haar kleinkinderen weten weinig van haar verhalen of waar ze vandaan komt, en Suusje denkt dat het voor hen waardevol zou zijn om te leren van de geschiedenis en wijsheid van hun grootouders.
Waarom familiebanden essentieel zijn
Vandaag de dag hebben veel jongeren het druk met studie, werk en allerlei sociale activiteiten. Suusje gelooft dat dit geen excuus mag zijn. Iedereen heeft immers tijd voor wat ze belangrijk achten, en ze zou graag willen dat ook zij als oma belangrijk is in het drukke bestaan van haar kleinkinderen. Het doet pijn om te voelen dat je minder ertoe doet, terwijl je er altijd voor je kinderen en kleinkinderen bent geweest.
Suusje denkt terug aan een gesprek met haar kleindochter, die zei dat ze veel andere dingen had toen Suusje vroeg waarom ze zo weinig langskwam. Dat raakte haar, niet omdat ze boos is op haar kleindochter, maar omdat ze zich niet gezien voelt. Alsof ze niet belangrijk genoeg is voor een regelmatig bezoek. En Suusje vermoedt dat ze niet de enige grootouder is die zich zo ervaart.
Hoewel ze snapt dat een verplichting strikt klinkt, zou ze willen dat haar kleinkinderen uit zichzelf zouden komen. Ze denkt echter dat een maandelijkse afspraak kan helpen om de band te behouden. Als ze die tijd eenmaal nemen, zullen ze hopelijk ook inzien hoeveel ze eraan hebben.
Het opbouwen van een sterke band met oudere generaties kan veel waarde brengen, niet alleen qua verhalen en geschiedenis, maar ook door de wijsheid en het begrip dat zij bieden. Voor Suusje zou zo’n bezoekje een lichtpunt zijn in haar, vaak stille, week.
Hoewel men zegt dat je liefde en tijd niet kunt forceren, is Suusje ervan overtuigd dat regelmatige afspraken de familiebanden kunnen versterken. Herinneringen zouden daarvoor niet als vanzelf worden achtergelaten. Naarmate de tijd vordert, hoopt ze dat de jongere generaties zich realiseren hoe kostbaar die ontmoetingen waren.
Dus ja, volgens Suusje zouden kinderen hun grootouders minstens één keer per maand moeten bezoeken. Niet als een verplichting, maar als een kans om te leren, te verbinden en mooie herinneringen te creëren. Want de dag komt dat zulke bezoekjes niet meer mogelijk zijn, en hopelijk kijken ze dan met dankbaarheid terug op die speciale momenten samen.